HP Deskjet 920cvr Printer - inktpatronen handmatig reinigen

background image

inktpatronen handmatig reinigen

Als de printer in een stoffige omgeving wordt gebruikt, kan er zich wat vuil
vastzetten in de behuizing van de printer. Deze verontreinigingen kunnen
stof-, haar-, tapijt- of kledingvezels bevatten. Wanneer het vuil op de
inktpatronen en de houder terecht komt, kan het inktstrepen en vlekken op de
afgedrukte pagina´s veroorzaken. Inktstrepen zijn gemakkelijk te verhelpen
door de patronen en de houder handmatig te reinigen.

reinigingsbenodigdheden

U heeft het volgende nodig als u de inktpatronen en de houder wilt reinigen:

• Gedestilleerd of gebotteld water. Leidingwater bevat verontreinigende

stoffen die de inktpatronen kunnen beschadigen.

• Wattenstaafjes of ander zacht, pluisvrij materiaal dat niet aan de

patronen blijft kleven.

Let op dat u geen inkt op uw handen of kleding krijgt tijdens het
schoonmaken.

voorbereiding

Verwijder de inktpatronen uit de printer voordat u met reinigen begint.

1.

Controleer of de uitvoerlade en de opklaplade (als de printer van deze
lade is voorzien) omlaag staan.

2.

Druk op de

Aan/uit

-knop om de printer aan te zetten en open de kap.

De inktpatronen verplaatsen zich naar het midden van de printer.

3.

Haal het netsnoer uit de achterzijde van de printer.

4.

Verwijder de inktpatronen en leg ze op een vel papier met de

sproeikop

naar boven.
Laat de patronen niet langer dan een half uur buiten de printer.

Let op!

Raak de inktsproeiers of de koperen contactpunten van de

inktpatroon niet aan. Verwijder de koperen strips niet.

background image

65

de inktpatronen en de inktpatroonhouder reinigen

1.

Dompel het uiteinde van een wattenstaafje in gedestilleerd water en en
knijp het overtollige water eruit.

2.

Reinig het oppervlak en de randen van de eerste inktpatroon met het
wattenstaafje, zoals in de volgende afbeelding wordt weergegeven.
Veeg

NIET

over de sproeikop.

1. sproeikop 2. reinig deze oppervlakken

3.

Controleer of er zich geen vezels op het oppervlak of de randen
bevinden.
Herhaal bovenstaande stap 1 en 2 en controleer of er nog vezels
aanwezig zijn.

4.

Herhaal stap 1 t/m 3 voor de andere inkpatroon.

background image

66

5.

Veeg de onderkant van de behuizing van de inktpatroonhouder af met
schone, met water bevochtigde wattenstaafjes.
Herhaal dit proces totdat er geen inkt meer op een schoon wattenstaafje
verschijnt.

1. inktpatroonhouder 2. houderwand

6.

Plaats de inktpatronen terug en sluit de printerkap.

7.

Sluit het netsnoer weer op de achterzijde van de printer aan.

8.

Druk een testpagina af vanuit de

HP Deskjet Werkset

door de tab

Printerservice te selecteren en op

Testpagina afdrukken

te klikken.

9.

Herhaal de reinigingsprocedure als er nog steeds inktstrepen op de
afdrukken zichtbaar zijn.

background image

67